Echte Belgen dragen frietjes op handen, maar ook eerlijke Nederlanders verkiezen onze Belgische friet. Bij ongeveer 60 procent van de Belgische bevolking verschijnt het aardappelgerecht zelfs wekelijks op tafel. Waarom we het over frietjes hebben? Wel, ze zijn hét favoriete bijgerecht bij lekkere, sappige hamburgers. Redenen genoeg dus om deze geliefkoosde gezel van onze hamburger beter te leren kennen.
Frietgeschiedenis
Ongeveer vierduizend jaar terug kwam de aardappel voor het eerst boven water in Zuid-Amerika, meer bepaald in het Andesgebergte. De Inca’s namen deze voedzame knol meteen op in hun voedselvoorziening. Om ze zo lang mogelijk te kunnen bewaren, bevroren ze de aardappelen om deze vervolgens in de zon te drogen. Pas in 1537 maakte de aardappel zijn intrede in Europa. Het waren de Spanjaarden die het fantastische product ontdekten in Colombia en een voorraad meesmokkelden om ervan te genieten onder de Spaanse zon. Later in de 16de eeuw verspreidde de plant zich over de rest van Europa. Toch verliep de kweek niet van een leien dakje omwille van het warme klimaat in Spanje en Italië. Het koelere Noorden oogstte meer succes, al duurde het even vooraleer de lokale bevolking de nieuwkomer volledig vertrouwde. De aardappel kon je immers nergens terugvinden in de Bijbel en de plant groeide ondergronds waardoor men geloofde dat de Duivel er zich onverbiddelijk mee moeide. Zonde, want wij weten ondertussen dat frietjes écht hemels zijn.
Belgische frietjes, of niet?
Hoe deze delicatesse zijn intrede maakte in de lage landen, is één groot vraagteken. Er zijn immers verschillende theorieën, de ene al wat meer aannemelijk dan de andere. Volgens Paul Ilegems, een échte frietauteur, versleepten twee broers vaten aardappelen van Spanje naar Antwerpen. Volgens een andere theorie waren het de monniken die de aardappelen in hun kloostertuinen plantten en ze op die manier vanuit Spanje over heel Europa verspreidden. Een laatste theorie zet Frankrijk dan weer in de schijnwerpers. Zo kreeg een Franse officier tijdens zijn gevangenschap in Duitsland dagelijks aardappelen voorgeschoteld en introduceerde hij de knollen na zijn vrijlating aan het hof van koning Lodewijk XVI …
Volgens historicus Jo Gérard begint de geschiedenis van de versneden friet, zoals we die vandaag kennen, in 1680 op Belgische bodem. Het waren de vissers van Namen, Andenne en Dinant die de aardappel destijds uitsneden in visvormen en in olie bakten. Tijdens de vorstperiode was het immers niet mogelijk om hun lijn uit te gooien op de Maas. De friet is geboren en wij Belgen zijn de uitvinders … Toch staken de Fransen daar al snel een stokje voor met een kookboek uit 1755 waarin het ‘enige échte frietrecept’ schittert. Beide verhalen zijn echter nooit bevestigd waardoor de discussie tussen de Fransen en de Belgen blijft aanslepen.
French fries of niet?
Fransen en Belgen discussiëren wel vaker, en ook de naam ‘French fries’ heeft reeds heel wat losgemaakt. Waarom onze geliefkoosde frietjes in het buitenland vaak ‘French Fries’ worden genoemd, is voor menig frietjesliefhebber een raadsel, maar er zijn toch ook enkele waardevolle verklaringen voor.
Het waren immers de Fransen die in 1802 als eerste voet zetten op Amerikaanse bodem waardoor het aardappelgerecht verspreid raakte onder de Amerikaanse bevolking. Ook historische figuren zoals Thomas Jefferson, een van de Founding Fathers, waren helemaal weg van de delicatesse. Jefferson liet het gerecht opdienen aan zijn gasten onder de naam ‘Pommes de terre’, ‘Frites à cru, ‘en petites tranches’. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakten heel wat Amerikaanse soldaten eveneens kennis met frieten, vooral dan degene die in Frankrijk gestationeerd waren.
Een andere mogelijke verklaring is dat de Fransen wel degelijk de uitvinders zijn van de friet of dat de frietjes alleszins gemaakt werden volgens de Franse bereiding, namelijk twee keer bakken op verschillende temperaturen met daartussen een pauze.
Andere varianten en bereidingen
De onenigheid over de oorsprong en de naam uit zich ook in de eindeloze varianten en bereidingen. Allerlei Europese landen dragen hun eigen versie van de friet op handen. In België bijvoorbeeld bakken we de frietjes een eerste keer op 145° C in frituurvet of -olie zodat de aardappel vocht verliest. Daarna laten we ze een halfuur rusten om ze vervolgens opnieuw te bakken op 180° C. De hogere temperatuur geeft onze frietjes het fantastische goudbruine kleurtje. Nederland werkt op datzelfde elan verder, alleen is de Nederlandse variant naar vormgeving iets breder.
In Frankrijk vind je frieten in allerlei kleuren en geuren. Van de pommes frits, pommes pont-neuf tot de pommes allumettes en de pommes pailles. De eerste friet is de ‘gewone’ friet. De tweede variant is dan weer iets dikker, terwijl de derde variant net heel dunne frietjes zijn. De laatste soort frietjes, de pommes pailles, wordt ook heel dun gesneden, maar wordt slechts één keer gebakken. En ook Engeland pronkt met zijn versie van de friet, chips genoemd. Chips worden op dezelfde manier bereid, maar zijn dikker dan de Belgische friet.
Niet alleen frietjes bestaan er in alle vormen en soorten, ook de bakmethodes kunnen variëren. Publiekslieveling Jeroen Meus kiest er bijvoorbeeld voor om zijn frieten voor te bakken in ossenwit en kiest voor het afbakken ervan voor plantaardige oliën. Zo blijken frietjes in arachideolie heel lekker te zijn. Wie zijn frietjes liever heeft zoals je ze in de frituur krijgt, kan beter gefilterd varkensvet of ossenwit gebruiken, aldus Jeroen Meus.
Loopt het water je na deze blog ook in de mond? Ontdek onze verrukkelijke recepten en ga aan de slag!